Events … Up to date with mink research
Events … Up to date met
het pelsdierenonderzoek
Christina Dahlin van Mink Vision heeft deelgenomen aan het
CHP Mink seminar georganiseerd door de Universiteit van Kopenhagen. Samen met
75 andere deelnemers hebben ze gesproken over gezondheid en ziektes, voeding,
chinchilla’s en ideeën vanuit andere diersectoren. In dit artikel focussen we
op de 2 hoofdonderwerpen: diarree in de lactatieperiode en ziektes van de
urinewegen.
Diarree bij jonge pups
Op dit moment zijn er in Denemarken 4 onderzoekers bezig met
hun promotieonderzoek gericht op respectievelijk de oorzaak, preventie en
effectiviteit van de huidige maatregelen van natte pups. Hieronder geven we
enkele voorlopige resultaten weer.
Het gebruik van antibiotica door de Deense
pelsdierenhouderij is in de periode van 2007 tot 2012 fors gestegen en is nog
steeds op een hoog niveau. De meest gebruikte antibiotica zijn
aminopenicilline, tetracycline en macroliden. Resistentie wordt een steeds
groter probleem en afhankelijk van het soort antibioticum kan dit oplopen tot
85%. Daarom is het belangrijk om te weten wat je behandeld en hoe!
Als behandeling tegen natte pups zijn 3 alternatieve
methodes, probiotica (L.reuteri), smal-spectrum-penicilline en
vocht-behandeling, getest. Elke methode is bij 12 nesten met diarree getest en
vergeleken met amoxicilline behandelde pups. De groei was niet significant
verschillend tussen de groepen. Verder was de bacterieflora van de darmen op 42
dagen leeftijd ook niet verschillend tussen de groepen.
Urineweg infecties
Karin Mundbjerg werkt in Denemarken aan haar
promotieonderzoek naar urineweginfecties. Ondanks dat ze pas in de herfst van
het vorige jaar opgestart is heeft ze al wel enkele belangrijke conclusies
kunnen trekken. Ze heeft aangetoond dat er een significante relatie bestaat
tussen de aanwezigheid van Staphylococcus delphini groep A in de blaas op het
aanwezig zijn van laesies in de blaas. Daarnaast toont ze aan dat vooral reu
pups (82.5%) in juli sterven ten gevolge aan deze leasies. Deze reuen waren
gemiddeld zwaarder en een hogere BMI in vergelijking met de dieren die
gestorven waren vanwege andere oorzaken.